Elke leerling heeft recht op goed lesmateriaal.

Goed lesmateriaal stelt hoge eisen. Zeker wanneer het lesmateriaal voor kunstonderwijs betreft. Leesbaarheid, cursorische en/of thematische opbouw, goed illustratiemateriaal (foto’s, reproducties, leerlingenwerk), aantrekkelijke vormgeving, overzichtelijkheid, voldoende afwisseling (in thema’s en materiaalkeuze), verdiepingsstof, beoordelingscriteria, mogelijkheid om (les)informatie terug te lezen en reflectieve onderdelen …

Allemaal aspecten, naar onze mening, waar een leerling recht op heeft en die zijn of haar prestaties bevorderen.

De methode kUNST leren- en werken voldoet aan deze criteria.

De digitale versie van kUNST leren- en werken bevat lesmateriaal voor leerlingen van het voortgezet onderwijs. De digitale versie differentieert op niveau: er is een methode voor leerlingen van niveau vmbo en een voor leerlingen van niveau havo/vwo.

De digitale versie is geschreven voor leerlingen van de onderbouw v.o. klassen 1 t/m 3.  Deel 4 is voor de leerlingen van VWO 4. De methode gaat uit van de belevings- en ervaringswereld van de leerling en introduceert per thema de wereld van de kunsten. De thematische opzet biedt voldoende ruimte voor verdieping, verbreding of versterking, hetzij zelfstandig door de leerling hetzij door middel van aansturing door de docent. De docent kan zijn leerlingen maatwerk leveren door naar believen accenten te plaatsen, volgordes te wisselen, te kiezen voor alternatieven en/of eigen aanvullende lesstof te introduceren.

De digitale versie biedt de leerling bovendien de mogelijkheid om op welk moment dan ook aan de slag te gaan met zijn of haar werk