deel 2 – kUNST  leren en werken

Het tweede deel van kUNST  leren en werken is voor de leerjaren 2  voor zowel de twee dimensionale als de drie dimensionale kunstvakken. 

Deel 2 – kUNST  leren en werken is een consequent vervolg op deel 1. Voor de leerling oogt de opzet van de methode en het aanbod aan opdrachten vertrouwd. Het procesmatig verkennen van ideeën en het uitwerken van de kansrijkste studie in een eindproduct is ook in deel 2 de hoofdstructuur van de methode. Reflectief is de leerling beter in staat zijn/haar werk te beoordelen in relatie tot de gestelde doelen en in vergelijking met het werk van klasgenoten. Kunstbeschouwelijk leert de leerling dat de wereld van de kunsten ruimer is en veel dichter bij staat dan zij of hij mogelijk denkt. 

De werkopdrachten zijn thematisch en de leerling herkent de structuur: lestheorie, opdrachtomschrijving, huiswerkopdrachten en kunstbeschouwing. De opdrachten zijn zorgvuldig gekozen uit de belevings- en ervaringswereld van de leerling als jongere die zijn wereld aan het verkennen is.

Deel 1 en deel 2 leggen de basis voor deel 3.

kUNST  leren en werken

De samenstellers van kUNST  leren en werken trachten met deze uitgave de docenten van de kunstvakken en hun leerlingen een helpende hand te reiken in de lesuren waarin de leerlingen gevraagd worden naar oplossingen te zoeken voor problemen op het twee dimensionale vlak (tekenen) en / of het driedimensionale vlak (handenarbeid).

In deze methode zijn die vakken geïntegreerd en samengevat onder de noemer KUNST.

art002
art009

kUNST  leren en werken

De wijze waarop in deze methode de onderwerpen aangeboden worden, activeert de leerling deel te nemen aan het proces van onderzoek en stimuleert haar/hem naar het zoeken van een persoonlijke keuze. De docenten kunnen naar believen gebruik maken van de onderwerpen die in deze methode aan de orde worden gesteld, de volgorde van de onderwerpen staat niet vast; alternatieve onderwerpen kunnen worden aangeboden met behoud van lesinhoud, doelstelling, werkwijze en reflectie.

Deze methode geeft de leerlingen voldoende voorbereiding om aan het eind van het derde leerjaar de stap te maken naar de bovenbouw met een kunst- en cultuurvak. De opgedane vaardigheden, beeldend en reflectief, zelfstandig oplossingsgericht werken en procesmatige en productieve vormgeving zijn hoewel basaal dermate dat een gemotiveerde keuze voor een kunstvak kan worden gemaakt.

Kortom: met deze methode heeft de leerling een uitstekende basis voor een eindexamen in een kunstzinnig vak, CKV of KUA.